De Nijmegenprent 2018 kwam tot stand in een periode dat er hoogwater was in de winter van 2017. Op een donkere  decemberdag reden we over de Waalbrug Nijmegen binnen. Die dag ben ik de Waalbrug zeker zes keer overgelopen. Van Nijmegen naar Veur-Lent, Lent en vice versa. Ondertussen schetste en fotografeerde ik. Tussen de winterse boomtakken door was de Valkhofkapel goed zichtbaar. De Bastei die daaronder lag was nog in aanbouw. Je kon de bouwvakkers op de steigers zien werken. Thuisgekomen startte ik het drukproces. De linoleumplaat uitsteken, de sjablonen snijden en afdrukken. Begin januari was de Nijmegenprent 2018 klaar.

De prent van 2021 kwam onder hele andere omstandigheden tot stand. In de periode dat ik er aan werkte in de zomer, verkeerde de wereld in een soort shocktoestand door  de coronapandemie en de zondvloed-achtige watersnoodramp. Zodra de omstandigheden het toelieten ging ik naar Nijmegen om te schetsen en foto’s te maken.

Omdat de actuele prent hetzelfde zichtstandpunt moest weergeven als die van 2018, liep ik zoekend naar de juiste plek de Waalbrug over. Maar wat bleek? De kapel was helemaal verdwenen achter de bomen die ditmaal vol in blad stonden. De enige manier om de Valkhofkapel in het vizier te krijgen was teruglopen naar Veur- Lent ; daar werd de kapel zichtbaar vanaf de Oudedijk. Hij was zelfs nog beter te zien dan in de winter van 2017. Maar ik zag nog iets waarvan ik onmiddellijk vond dat het op de nieuwe prent moest komen. Voor Nijmegen tegen het haventje aan lag een soort schiereilandje met een boom die op een treurwilg leek en later toen ik terugliep zag ik daar doodstil  een visser zitten. Achter hem stond iemand toe te kijken, ook doodstil, zoals dat gaat bij vissers: om de buit niet te verjagen. `Die moeten er ook op´, dacht ik gelijk. Voor mij waren dát de representanten van het Coronatijdperk: stil, afstandelijk en tijdloos als ze waren, daar op dat schiereilandje.

Diana Huijts, 2021